De Europese Commissie heeft reeds in december 2011 een aantal vragen gesteld over de garantieregeling voor de particuliere vennoten van de erkende coöperatieve ARCO-vennootschappen. Met deze vragen wil de Europese Commissie ondermeer nagaan of er hier geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun die leidt tot concurrentievervalsing op de markt.
Dergelijke vragen vanwege de Europese commissie zijn op zich niet ongebruikelijk. De procedure voorziet dat de federale regering antwoorden formuleert op de gestelde vragen. Wij begrijpen dat dit inmiddels is gebeurd. De Europese Commissie onderzoekt nu verder het dossier. In afwachting van een definitieve uitspraak vraagt de Europese Commissie aan de Belgische staat om geen waarborgen uit te keren.
De ARCO-vennootschappen worden momenteel vereffend, wat naar verwachting enkele jaren zal duren. Het kapitaal van deze vennootschappen is voor de hele duur van de vereffening gesloten. Pas op het einde van de vereffeningsperiode zal kunnen bepaald worden in hoeverre de staatswaarborg dient te worden aangesproken. De vraag van Europa om in afwachting van de uitkomst van het onderzoek geen uitkeringen te verrichten, heeft dus geen directe gevolgen voor de coöperanten, omdat de eerste jaren de staatswaarborg niet zal worden aangesproken.